vrijdag 18 juli 2008

Mevrouw Schipper en het misgaan der dingen II

Mevrouw Schipper nam haar Besluit (Het moest maar eens afgelopen zijn) gelijk met het slaan van de klokken van de plaatselijke kerk. De kerkgangers keerden huiswaarts, ook vandaag was Hij niet aan hen verschenen, maar Zijn Zoon had Zijn Oneindige Lichaam (stelt u zich het mastodontische gedrocht voor), in Zijn Oneindige Goedheid opnieuw laten ontleden en verorberen.

‘Het moest maar eens afgelopen zijn’ dacht mevrouw Schipper en tikte vinnig de as van haar sigaret (iets met menthol) die neerdaalde op de bekleding van haar rode IKEA Helström tweezitsbank.
Door haar keukenraam, tussen de kralen van haar vliegengordijn heen, kon ze de gordijnen van het slaapkamerraam van haar buurman open zien gaan. De buurman werd elke zondagochtend om elf uur gewekt door het luiden van de klokken.
Hij opende de gordijnen en rekte zich uit. Vervolgens wandelde hij naar het balkon van zijn slaapkamer, opende de deuren en ging, poedelnaakt (zijn penis was van dubieus formaat, wat hij, ergens wanhopig, probeerde te compenseren met een gigantische bos donkerkullend schaamhaar, dat vrijwel naadloos overliep in dikbehaarde buik en borststreek) op zijn balkon staan roken. Daarbij gluurde hij ongegeneerd naar mevrouw Schipper.
In zijn ogen het volhardende geloof dat het moment zou komen dat ze haar laatste schroom zou laten varen (vandaag en anders morgen) en zich ontdoen van haar kleding, voor hem alleen.

Mevrouw Schipper drukte haar sigaret uit in een staande, zwaarmetalen asbak bij het raam, trok met een resoluut gebaar haar IKEA Karlsson Luxaflex dicht en draaide zich om naar de keukentafel, waarop de brief van haar man nog altijd onaangeroerd lag.

Ze nam de brief in haar handen. Hij woog zwaar, alsof de envelop nog iets anders omvatte dan alleen papier. Tegelijk was hij dik, de stakker had zijn best gedaan, dacht mevrouw Schipper, zeker tien volle kantjes had hij, met de hand (zo was hij, meneer Veerman, er nog steeds heilig van overtuigd dat belangrijke, emotionele boodschappen met de hand in inkt geschreven dienen te worden) in krullend schrift beschreven. De brief was zelfs geadresseerd, aan haar, het adres van dit huis. Geen afzender op de achterkant, maar het was onmiskenbaar zijn handschrift.

Mevrouw Schipper legde de brief terug op tafel, verliet de kamer, daalde de trap af, schoot in haar pumps die bij de voordeur stonden, pakte haar sleutels en verliet het huis. De voordeur liet ze op een kier staan.

Geen opmerkingen: