zondag 31 augustus 2008

Dat is één

Een onsamenhangend lied vol duizelingwekkende neerslachtigheid

Er zijn dingen aan de hand
Kleine steentjes in mijn schoenen
Geheugensteuntjes
Steunzooltjes voor mijn hersenen
Ik doe dingen die ik wil en kan
Terwijl jij kleine gewichtjes aan mijn vingers hangt
En het regent pijpestelen

Mensen verlaten elkaar door dood te gaan
Ziek te worden, niet terug te bellen
Mensen worden beroofd, gebombardeerd, gemarteld
Hier en daar breekt er een hart
En ondertussen rent men rond
En daartussen
Ik

Bij gebrek aan richtingaanwijzers schilder ik mijn eigen paaltjes rood
Met ergens in mijn achterhoofd de wetenschap dat er ook een blauwe route is
En een rondwandeling, met theehuis halverwege
En soms kom ik iemand tegen
In een tentje, bij een kampvuurtje
Aan de kade van de gracht met wijn
Op de kermis, in mijn eigen bed
En al die mensen rennen
Rennen is het nieuwe lopen
Lopen heet nu Nordic Walking
Overal zijn trouwens hulpstokken bij nodig

Sommigen zijn er al
Die roepen dat maar worden niet gehoord
Ze zingen het, ze dansen het, er liggen bibliotheken vol
Maar gelukkig zoeken wij onze eigen weg
En roepen ze tevergeefs naar ons
Nergens, nergens gaan we heen

Ik ga mee naar nergens heen
Nergens, nergens ga ik heen
Mijn woorden niet
Mijn handen en mijn voeten niet

En tegelijkertijd geeft het niet
De zon schijnt en er is nog bier

Geen opmerkingen: